Zijn jullie het met mij eens dat aandacht besteden aan creatief schrijven leidt tot een betere algemene schrijfvaardigheid van leerlingen?”, vroeg ik op 30 mei 2015 aan mijn collega’s in de Facebookgroep Leraar Nederlands.
Een greep uit de 38 reacties:
Ja.
Niet zonder meer. Je moet dan wel op het schrijfproces (laten) reflecteren en feedback geven, me dunkt. Gewoon maar wat schrijven is hoogstens effectief voor de motoriek, maar zelfs dat vraag ik me af.
Heel veel schrijven. En heel veel reflecteren. Veel meekijken in proces, feedback organiseren tussen leerlingen.
Schrijven leidt sowieso tot een beter gebruik van de Nederlandse taal. Er kan niet genoeg geschreven worden!
Ik zou het liefst alleen maar lezen & schrijven met de leerlingen en dan alle domeinen (van spelling & grammatica t/m literatuur, taalkunde en argumentatieleer) behandelen in die opdrachten. Zonder boek. Lijkt me heerlijk.
Durf en tijd… Aan dat laatste ontbreekt het me regelmatig sinds ik een dochter heb.
Tijd heb ik ook niet zoveel, maar aan durf ontbreekt het me niet. Ik flanste dus een opdracht creatief schrijven in elkaar voor atheneum 4. Vooraf had ik hun schrijfervaring en schrijfwensen geïnventariseerd met een Google Docs Formulier. Mijn voornaamste doelen waren dat de leerlingen gemotiveerd aan de slag zouden gaan en dat ze plezier zouden beleven aan het schrijven.
Ik maakte vrijdagochtend in een tussenuur een boekje met de opdracht en wat tips en ik kopieerde 50 verschillende schrijfopdrachten van Schrijven Online. Alle opdrachten konden leiden tot een kort verhaal. Leerlingen mochten uit die 50 opdrachten kiezen of zelf een onderwerp bedenken.
‘s Middags gooide ik de opdracht in de groep. Tweederde van de klas ging vlot en fanatiek aan de slag. Eenderde zat een beetje te lanterfanten en te brainstormen en één leerling wilde wel beginnen, maar wist niet hoe. Ik hielp haar op weg door haar te adviseren eerst de hoofdpersoon te visualiseren: wie is het? Is het een man of vrouw? Wat is zijn beroep? Wat draagt hij voor kleren? Hoe gaat hij om met tegenslagen? Heeft hij kinderen?
Woensdag om uiterlijk 23.59 uur moest de eerste versie van hun korte verhaal binnen zijn in mijn mailbox. 21 van de 24 leerlingen leverden op tijd hun werk in. Ik ben blij verrast door hun verhalen. Ze zijn fantasierijk, ze gebruiken dialogen, veel van hen doen aan ‘show don’t tell’ en bij veel leerlingen is de spanningsopbouw goed op orde. Voor mij, als docent, is het een verademing om eens iets anders te lezen dan de standaard betogen of recensies.
Morgen gaan we elkaars verhalen lezen. Ik ga het werk van de leerlingen kopiëren op A3 en ophangen in het lokaal. Met behulp van groene (compliment) en roze (tip) post-its gaan ze elkaar van feedback voorzien, waarschijnlijk in een paar rondes, maar dat bedenk ik morgenochtend in de auto wel.
Ik heb er nu al zin in!
Wordt vervolgd.